German-Dutch translations for anvertrauen

• toevertrouwen
  Zou u uw gezondheid aan dergelijke lieden toevertrouwen? Würden Sie Ihre Gesundheit solchen Therapeuten anvertrauen?
  Waarom zouden we dan onze vrijheid en veiligheid moeten toevertrouwen aan de Unie? Warum sollten wir ihr unsere Freiheit und Sicherheit anvertrauen?
  Alle grote banken waaraan wij ons geld toevertrouwen, zijn van het noordelijk halfrond. Alle Großbanken, denen wir unser Geld anvertrauen, sitzen in der nördlichen Hemisphäre.
• aanbevelen

Related words

• Anverwandter
• Anverwandte
• Frequenzbereichszuweisungsplanverordnung
• Humanvermögen
• Koranvers
• angeheirateter Verwandter Anverwandter Schwiegerfamilie Schwager
• sich anvertrauen