German-Dutch translations for autorität

autoriteit
Ook hierbij staan de geloofwaardigheid en autoriteit van de EU op het spel. Dabei stehen wiederum die Glaubwürdigkeit und die Autorität der EU auf dem Spiel. Dat is een kwestie van geloofwaardigheid en morele autoriteit. Das ist eine Frage der Glaubwürdigkeit und der moralischen Autorität. Dit versterkt uw politieke autoriteit in de toekomst. Das stärkt Ihre politische Autorität in der Zukunft.
bevoegdheid
Als voorzitter heb ik krachtens artikel 155, lid 2 de bevoegdheid om over de stemvolgorde te beslissen. Als Präsidentin habe ich gemäß Artikel 155 Absatz 2 die Autorität, über die Abstimmungsreihenfolge zu entscheiden. De vraag is wat Europa ter bescherming van zijn bevoegdheid, zijn wetten en de burgers doet? Die Frage ist: Was unternimmt Europa, um seine Autorität, seine Gesetze und seine Bürger zu schützen? Ik zou graag zien dat dit Parlement daartoe de geloofwaardigheid en de morele bevoegdheid zou hebben. Ich wünsche mir, dass dieses Parlament über das Selbstvertrauen und die moralische Autorität verfügen würde, dies zu tun.

gezag
Ze zouden al snel geen politiek gezag meer hebben gehad. Sie hätten die politische Autorität verloren. Het Handvest straalt in sterke mate gezag en legitimiteit uit. Die Charta hat große Autorität und Legitimität. En daartoe is moreel gezag geboden. Und dafür muß man die moralische Autorität haben.