German-Dutch translations for bescheidenheit

bescheidenheid
Ik bespeur in mij een bescheidenheid die me verbaast. Ich entdecke gerade eine überraschende Bescheidenheit an mir. Iets meer bescheidenheid zou ons sieren. Etwas mehr Bescheidenheit täte uns gut. Daar wil ik het Parlement in alle bescheidenheid op wijzen. Das will ich in aller Bescheidenheit für das Parlament durchaus festhalten.
nederigheid
Ik heb de waarheid niet in pacht en ik meen dat ons nederigheid past. Ich habe die Wahrheit nicht gepachtet, und meines Erachtens würde uns Bescheidenheit wohl anstehen. De werkzaamheden die wij als commissie in alle nederigheid hebben proberen te verrichten dreigen op het spel te worden gezet. Das, was wir in aller Bescheidenheit in unserem Ausschuß versucht haben zu schaffen, läuft Gefahr verlorenzugehen. We zouden de nederigheid moeten opbrengen om het recht op democratie en de suprematie van het nationale parlement in de 27 lidstaten te erkennen. Wir sollten die Bescheidenheit haben, das Recht auf Demokratie und parlamentarische Vorherrschaft innerhalb der 27 Mitgliedstaaten anzuerkennen.