German-Dutch translations for täuschen

• bedriegen
  Er moet een einde komen aan de pogingen om consumenten te bedriegen of de waarheid te verhullen. Die Versuche, Verbraucher zu täuschen und zu versuchen, die Wahrheit zu verbergen, müssen enden.
  Toen ik een jaar geleden het presidentschap overnam, heb ik beloofd dat ik mijn volk niet zal bedriegen. Als ich im letzten Jahr das Präsidentenamt übernahm, versprach ich meinem Volk, es nicht zu täuschen.
  Daarom wil ik u duidelijk maken dat ik het betreur dat u zo lelijk bij de neus bent genomen en u hebt laten bedriegen. Daher möchte ich klar zum Ausdruck bringen: Ich bedaure, dass Sie sich so sehr haben irreführen und täuschen lassen.
• misleiden
  Laat u zich niet laten misleiden door de soms zeer kritische toonzetting.Sie dürfen sich nicht täuschen lassen von dem manchmal sehr kritischen Ton.
  De volkeren van Europa mogen zich echter niet laten misleiden. Die Völker Europas dürfen sich jedoch nicht täuschen lassen.
  schriftelijk. - (DE) Het levensmiddelenadditief trombine mag de consument niet misleiden. In Verordening (EG) nr. schriftlich. - Der Lebensmittelzusatzstoff Thrombin darf Verbraucher nicht täuschen.
• begoochelen
• in de maling nemen
• liegen

Related words

• tauschen
• austauschen
• vortäuschen
• umtauschen
• enttäuschen
• enttäuschend
• vertauschen
• eintauschen
• täuschend