Portuguese-Dutch translations for vestir

  • aantrekken
  • kleden
    Het is onaanvaardbaar dat Jantje wordt uitgekleed om Pietje aan te kleden. Não podemos aceitar despir Pedro para vestir Paulo. Ze bepaalt hoe men moet eten, hoe men zich moet kleden, en zelfs hoe men gebruik dient te maken van het toilet. Estipula como as pessoas devem comer, vestir-se e até utilizar a sanita. Iedereen heeft het recht zich te kleden zoals hij of zij dat wil. Toda a gente tem o direito de vestir como quer.
  • aandoen
  • aanhebben
  • aankleden
  • dragen
    Alleen Europese kleren dragen is niet genoeg. Não basta vestir as vestes da Europa. Voor mij was het dragen van dit kledingstuk veelzeggender dan alle toespraken in de wereld. Para mim, vestir este traje valeu mais que todos os discursos do mundo. Dit doet denken aan wat wij in Polen hebben beleefd tijdens de overstromingen in 1997, toen de slachtoffers soms volledig afgedragen kleding kregen die zij niet meer konden dragen. Sucedeu basicamente o mesmo com a Polónia durante as cheias de 1997, quando, por vezes, as vítimas das cheias receberam roupas de tal forma gastas que não serviam para vestir.
  • zich uitdossen

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net