Dutch-German translations for handelen

handeln
(Beifall) Es muß gehandelt werden; laßt uns also gemeinsam handeln. (Applaus) We moeten handelen en laten we dan ook samen handelen. Wir können nicht auf der Grundlage von Annahmen handeln. Wij kunnen niet op basis van veronderstellingen handelen. Wir müssen jetzt handeln, Frau Kommissarin. Commissaris, het is tijd om te handelen.
agierenEuropa muss an zwei Fronten agieren: Europa moet op twee fronten handelen: Wie agieren wir außerhalb der Grenzen der Union? Hoe handelen wij aan de overzijde van de grenzen van de Unie? Jetzt, wenn überhaupt, müssen wir auch druckreich agieren. Juist nu moeten we ook krachtig handelen.

machen
Wer die Europäische Union unbeliebt machen will, braucht nur so zu handeln. Wie de Europese Unie gehaat wil maken, moet zo handelen. Wir sind verpflichtet, dies zur Richtschnur unserer Arbeit zu machen und für eine Umgestaltung einzutreten. Wij moeten handelen overeenkomstig deze boodschap en ons inspannen voor veranderingen. Das sollte jedem deutlich machen: Es ist Zeit zu handeln! Dit moet iedereen er toch van overtuigen dat het tijd is om te handelen.
tauschen
tun
Sie können und sie müssen es jedoch tun. De gemeentebesturen kunnen en moeten handelen. Wir, die Kommission und das Parlament, wollen das tun. De Commissie en het Parlement willen volgens deze prioriteiten handelen. Denn die Wirtschaftlichkeit hat bei allem, was wir tun, doch einen ganz entscheidenden Einfluss. Financiële overwegingen spelen nu eenmaal bij al ons handelen een cruciale rol.
Vorgangsweise