English-Dutch translations for baker

• bakker
  De echtgenote van de bakker krijgt nu ook sociale rechten. Bakers' spouses will now be able to benefit from social rights.
  Hoe staat het met de bakkers, met de slagers en met de winkel op de hoek in heel Europa? How are the bakers, butchers and corner shops doing all over Europe?
  Buschauffeurs, bakkers en veel andere beroepen organiseren hun eigen onafhankelijke vakbonden. Bus drivers, bakers and many other professions organise their own independent trade unions.
• Bakker
  De echtgenote van de bakker krijgt nu ook sociale rechten. Bakers' spouses will now be able to benefit from social rights.
  Hoe staat het met de bakkers, met de slagers en met de winkel op de hoek in heel Europa? How are the bakers, butchers and corner shops doing all over Europe?
  Buschauffeurs, bakkers en veel andere beroepen organiseren hun eigen onafhankelijke vakbonden. Bus drivers, bakers and many other professions organise their own independent trade unions.
• bakster

Definition of baker

• for a baker, or owner of a communal oven

Related words

• bakery
• bakeress
• bakersítch
• baker's
• baker's dozen
• Baker's cyst
• Baker Island
• baker's ammonia