English-Dutch translations for shrewd

• achterbaks
• berekenend
• listig
• scherpzinnig
• schrander
  Zich met een kluitje het riet laten insturen, is geen teken van schrandere staatsmanszin. Ending up empty-handed does not suggest shrewd statesmanship.
  Hij doet dat op evenwichtige en schrandere wijze en het resultaat lijkt wel als vanzelf te komen. He does so smoothly and shrewdly and the results just pour out.
• sluw
  Er zijn mensen die in zoveel ellende leven dat zij gedwongen worden hun organen te verkopen aan sluwe handelaren. The absolute impoverishment which people know forces them to sell their organs to shrewd intermediaries.
• spits
• uitgekiend
• uitgekookt

Definition of shrewd

• Showing clever resourcefulness in practical matters
• Streetwise
• Knowledgeable, intelligent, keen
• Nigh accurate
• Severe, intense, hard
• Sharp, snithy, piercing
• Bad, evil, threatening
• Portending, boding
• Abusive, shrewish

Examples

• a shrewd guess
• a shrewd blow, or assault
• a shrewd wind

Related words

• shrew
• shrewdness
• shrewdly
• beshrew
• shrewish
• Shrewsbury
• beshrewing
• treeshrew
• shrewishness