English-Dutch translations for wand

• gard
• roede
• spitsroede
• staf
• toverstaf
  Helaas kan ik niet met mijn toverstaf zwaaien, omdat ik er geen bezit. Unfortunately, I am not able to wave a magic wand because I do not possess one.
  Maar zoals de commissaris zojuist heeft gezegd, men kan zich in het komende decennium niet met behulp van een toverstaf losmaken van de olie. As the Commissioner has just said, however, we cannot simply wave a magic wand and get rid of oil within the next 10 years.
  Dat is de eenvoudige boodschap die uitgaat van de Olympische wapenstilstand. De Olympische wapenstilstand is geen toverstaf waarmee alle oorlogen worden opgelost, maar wel een . That is the simple message of the Olympic Truce: the Olympic Truce is not a magic wand for resolving wars; it is a window of opportunity.

Definition of wand

• A hand-held narrow rod, usually used for pointing or instructing, or as a traditional emblem of authority
• A magic wand
• A card of a particular suit of the minor arcana in tarot, the wands
• To scan with a metal detector

Related words

• wandering
• wander
• Rwanda
• wanderer
• Kinyarwanda
• wanderlust
• Rwandan
• wandered
• Völkerwanderung