French-Dutch translations for équivalence

equivalentieEen dergelijke equivalentie in heel Europa is eenvoudigweg onrealistisch. Cette équivalence est purement et simplement irréaliste au niveau européen.
gelijkwaardigheid
De heer Corbett had het over gelijkwaardigheid - een fraai woord - maar gelijkwaardigheid met wie? M. Corbett a parlé d'équivalence - un bien joli mot -, mais d'équivalence avec qui ? Gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen ( Équivalence des normes comptables ( Hij zegt dat met het woord "gelijkwaardigheid" wel degelijk gelijkwaardigheid wordt bedoeld tussen het Parlement en de Raad. Il dit que le mot "équivalence" signifie bien équivalence entre le Parlement et le Conseil.