German-Dutch translations for pech

pech
Nu zou men nuchter kunnen vaststellen: 'Wel, jullie hebben pech gehad!?. Nun könnte man kalt sagen: 'Nun, ihr habt Pech gehabt!' België heeft gewoon pech gehad. Es war Pech, daß es in Belgien passiert ist. Op milieugebied heeft het voorzitterschap de nodige pech gehad. Im Bereich des Umweltschutzes war die Ratspräsidentschaft etwas vom Pech verfolgt.
ongeluk
Oostenrijk heeft het ongeluk om anders dan Zwitserland sinds acht jaar wel lid te zijn van de EU. Österreich hat jedoch das Pech, im Gegensatz zur Schweiz schon seit acht Jahren EU-Mitglied zu sein.

hars
jammer
Het is jammer voor beide instellingen, maar de bevoegde werkgroep van de Conventie was over dit voorstel te verdeeld om het te kunnen goedkeuren. Zu ihrem Pech übernahm die zuständige Arbeitsgruppe des Konvents aufgrund zu großer Meinungsverschiedenheiten diesen Vorschlag nicht.
pek
tegenslag