German-Dutch translations for unanständig

• brutaal
• gedurfd
• gewaagd
• obsceen
• onbescheiden
• onbetamelijk
• ondeugend
• onfatsoenlijk
  Dit is onfatsoenlijk. Hieraan doe ik niet mee. Das ist unanständig! Ich beteilige mich daran nicht!
  Het is onfatsoenlijk tegenover de andere EU-landen om zich op veiligheidspolitiek terrein te gedragen als parasiet. Es ist unanständig gegenüber den anderen EU-Ländern, sich als sicherheitspolitischer Trittbrettfahrer zu betätigen.
  Dat is absoluut niet het geval, en het is onfatsoenlijk op deze manier iets dergelijks te beweren in dit Parlement of tijdens persconferenties! Dies ist definitiv nicht so, und diese Behauptung ist unanständig, wenn sie in dieser Form in diesem Haus oder bei Pressekonferenzen erhoben wird!
• ordinair
• ruw
• smakeloos
• stout
• vuil
• vulgair

Related words

• Unanständigkeit
• unanstößig
• unanständige Wörter