Spanish-Dutch translations for anunciar

aankondigen
Ik wilde dit alleen maar aankondigen. Sólo deseaba anunciar nuestros propósitos. Waarom zouden we nu al aankondigen wat pas in 2009 moet plaatsvinden? ¿Por qué anunciar algo que ocurrirá en 2009? Ten tweede wil ik een technische correctie aankondigen. En segundo lugar, tengo que anunciar una corrección técnica.
verkondigen
Het volstaat niet om kort voor belangrijke staatsbezoeken te verkondigen dat er gesprekken plaatsvinden, die vervolgens echter nooit concrete resultaten opleveren. No basta con anunciar, justo antes de realizar importantes visitas de Estado, que se están manteniendo conversaciones, solo para demostrar, una y otra vez, que son infructuosas.

aandienen
bekendmaken
Ik zal nu de uitslag van de stemming bekendmaken. Ahora anunciaré el resultado de la votación. Het spreekt vanzelf dat wij heel duidelijk moeten bekendmaken wat wij te bieden hebben. . (EN) Una cosa que evidentemente tenemos que hacer es anunciar muy claramente lo que tenemos a nuestra disposición. Ik kan met genoegen bekendmaken dat Sch-eval, de Groep Schengenevaluatie, begin mei heeft vastgesteld dat Bulgarije dat werk gedaan heeft. Me alegra anunciar que Sch-eval, el Grupo de Evaluación de Schengen entiende que Bulgaria ha hecho su trabajo.
betekenen
declareren
inluiden
Volgens uw mooie woorden, commissaris, zouden deze onderhandelingen een ontwikkelingsronde inluiden waarin de belangen van de ontwikkelingslanden voorop staan. Según su retórica, Comisario, se suponía que estas negociaciones debían anunciar una ronda de desarrollo que da prioridad a las preocupaciones de los países en desarrollo.
verkonden