Spanish-Dutch translations for deducir

  • afleiden
    Uit deze beschrijving kunnen we twee feiten afleiden. De su descripción, podemos deducir dos hechos principales. Als hij weigert te vertrekken, zullen mensen hieruit afleiden hoe hij tegen het democratische proces aankijkt. Si no lo hace, la gente deducirá que esa es su actitud con respecto al proceso democrático. Moeten we hieruit afleiden dat het bevorderen van de handel en deregulering van de landbouw de belangrijkste pijlers van het ontwikkelingsbeleid zijn? ¿Tenemos que deducir de eso que el fomento del comercio y la liberalización agraria son los pilares esenciales de la política de desarrollo?
  • aftrekken
    Voor de rest van het traject moet je die 65 eurocent ervan aftrekken. En el resto del trayecto se pueden deducir los 65 céntimos de euro. Het is terugvorderbaar: op het moment waarop de exporteur bij de importeur koopt, kan hij het betaalde douanerecht aftrekken. Reembolsable, porque, cuando el exportador va a comprar algo al importador, puede deducir el derecho arancelario que ha soportado. Dan is er de "schone lei”, een bepaling die een einde maakt aan de onzalige praktijk dat maatschappijen voorschotten aftrekken van de royalty's van bekende uitvoerende kunstenaars. Entonces sí hay una tabla rasa, una disposición que termina con la desafortunada práctica de deducir anticipos de los cánones de los artistas.
  • deduceren
  • doorhebben
  • er achter komen
  • ontcijferen
  • raden
  • redeneren
  • uitvogelen

Related words

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net