Spanish-Dutch translations for empezar
- beginnenIk wil graag beginnen met een kort verhaal. Permítame empezar con una pequeña historia. Ik wil beginnen met een algemene opmerking. Déjeme empezar con una observación general. Ik wil beginnen met de minpunten. Empezaré por los aspectos más sombríos.
- aanvangenWij zouden de kiezersregistratie al volgende maand kunnen laten aanvangen. Estamos dispuestos a empezar con el censo electoral ya el próximo mes. Ziehier een eerste opmerking aangaande het boekjaar dat we nu gaan aanvangen. Ik zie dit als iets fundamenteels. Ésta es una observación que debemos tener en cuenta para el ejercicio financiero que estamos a punto de empezar.
- startenWe moeten snel starten met de uitvoering van het actieprogramma. Hemos de empezar a aplicar el Programa de Acción con carácter de urgencia. Dit lijkt mij een goed kader om het debat te starten over een aantal ideeën. A mí me parece que sería un buen marco para empezar a discutir sobre algunas ideas. In plaats van dit grootschalige project te starten, zou men het eerst in beperkte omvang moeten uitproberen. En lugar de poner en marcha este ambicioso proyecto, habría que empezar con una prueba a pequeña escala.
- aanbreken
- aanheffen
- aansnijden
- aanspreken
Trending Searches
Popular Dictionaries