Spanish-Dutch translations for vestir

  • kleden
    In werkelijkheid komt het neer op het uitkleden van boer Jan om Piet de landschapsbeheerder aan te kleden. En realidad, la modulación equivale a desvestir a un santo campesino para vestir a un santo paisajista.
  • aanhebben
  • aankleden
  • dragen
    Alleen Europese kleren dragen is niet genoeg. No basta con vestirse como los europeos. Het is het verhaal van een vrouw, het verhaal van Karin, het verhaal van een vrouw die geen boerka wilde dragen. Se trata de la historia de una mujer, la historia de Karin, la historia de una mujer que no quería vestir el burka.
  • kledingstuk
    Maar waar ligt nu het juiste evenwicht tussen een ellenlang etiket in de kraag van een kledingstuk en een klein etiketje dat niet meer zegt dan dat het kledingstuk niet gewassen mag worden? Sin embargo, ¿cómo podemos encontrar un equilibrio entre una indicación interminable en el cuello de una prenda de vestir y una pequeña etiqueta que simplemente dice que la prenda no debe lavarse?

Related words

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Privacy Policy   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net