Dutch-German translations for ergeren

• ärgern
  Seit vielen Jahren ärgern sich Millionen von Bürgern über diese hohen Preise. Er zijn miljoenen burgers die zich al jaren ergeren aan deze hoge prijzen.
  Es ist ja keine Initiative des Parlaments, um jetzt die Kommission zu ärgern, daß wir für eine Tobin tax sind. Het feit dat wij voor de Tobin-heffing zijn, is niet bedoeld om de Commissie te ergeren.
  Ich möchte mich auch in Zukunft als Deutscher darüber ärgern können, wenn wir gegen die Niederlande ein Fußballspiel verlieren. Als Duitser wil ik mij ook in de toekomst kunnen blijven ergeren als wij een voetbalwedstrijd van Nederland verliezen.
• reizen
• fuchsen
• irritieren
• nerven
• quälen
• verärgern
  Auch bei Bananen dürfen wir nicht klein beigeben, um die US-amerikanische Administration nicht zu verärgern. Ook in verband met de bananen mogen wij niet inbinden om de Amerikaanse regering niet te ergeren.
  Die Unterstützung der EU für die Ukraine hat sich als unzuverlässig erwiesen und hat auf die Ukrainer nicht überzeugend gewirkt, da sie oft von der Angst, Russland zu verärgern, dominiert war. De steun van de EU aan Oekraïne bleek uiterst dubbelzinnig en niet overtuigend voor de Oekraïners, terwijl het land vaak is beheerst door de angst om Rusland te ergeren.
• anzipfen
• auf die Nerven gehen
• aufregen
• bedrücken
• belästigen
• enervieren
• erregen
• krank machen
• plagen
• sich ärgern
  Es hat wenig Sinn, die Schuld für alles, worüber Passagiere sich ärgern können, beim Personal zu suchen, das aus Selbstschutz manchmal genötigt ist zu streiken. Het heeft weinig zin om de schuld voor alles waaraan passagiers zich kunnen ergeren te zoeken bij het personeel, dat uit zelfbescherming soms genoodzaakt is om te staken.
• stören
• verägern
• verdrießen
• vergrätzen
• verstimmen

Related words

• verergeren
• convergeren
• divergeren
• zich ergeren
• zich ergeren aanstoot nemen
• zich groen en geel ergeren
• zich geel en groen ergeren