English-Dutch translations for peak

• neus
• piek
  In 2007 bereikte de Japanse bevolking zijn piek en begon zij te krimpen. In 2007, the Japanese population peaked and entered decline.
• rotspunt
• spits
  Hiermee moet het voor de vrachtwagenchauffeurs mogelijk worden om bepaalde wegen tijdens de spits te mijden. This is to ensure that heavy goods vehicles can avoid certain road sections during peak hours.
  Flexibiliteit bevordert de vermindering van files tijdens de spits, terwijl ook het grootste deel van de schadelijke uitstoot van het verkeer wordt teruggebracht. Flexibility helps reduce congestion during peak hours, while also reducing the majority of harmful emissions from traffic.
• tip

Related words

• Finnish-speaking
• speaker
• speak
• loudspeaker
• bespeak
• Swedish-speaking
• leetspeak
• Polish-speaking
• English-speaking