French-Dutch translations for expédier

• afzenden
• expediëren
• opsturen
• uitleveren
• verschepen
  De lonen in China liggen zo veel lager dat het het gigantische energieverbruik waard is om de vis in te vriezen, te verschepen, in te vriezen en opnieuw naar Europa te verschepen. Ce mode opératoire est dû aux salaires nettement inférieurs en Chine, qui valent l'énorme consommation d'énergie nécessaire pour congeler, expédier, recongeler et réexpédier le poisson en Europe.
• verzenden

Related words

• expédition
• expéditeur
• expédient
• expéditrice
• réexpédier
• expéditionnaire
• expéditivement
• Expédit
• réexpédition