Spanish-Dutch translations for programar

programmeren
We hebben nog 28,5 miljard euro over op te programmeren voor de jaren 2011, 2012 en 2013. Nos quedan 28 500 millones de euros que programar en 2011, 2012 y 2013.
plannen
Wat plannen wij voor na het jaar 2000? ¿Qué vamos a programar para después del año 2000? Je moet wel plannen maken voor zo'n kazerne, maar tegelijkertijd moet je die persoon helpen. Es necesario programar ese parque de bomberos, pero al mismo tiempo también tenemos que ayudar a las personas. Die verlenging verschaft onze fruitdistilleerderijen de benodigde zekerheid om nu ook plannen te kunnen maken voor de periode na 2010. De hecho, ofrece a nuestras destilerías de fruta, en particular, la seguridad para programar el futuro más allá de 2010.

vastleggen op
voor
We hebben nog 28,5 miljard euro over op te programmeren voor de jaren 2011, 2012 en 2013. Nos quedan 28 500 millones de euros que programar en 2011, 2012 y 2013. Wat plannen wij voor na het jaar 2000? ¿Qué vamos a programar para después del año 2000? Je moet wel plannen maken voor zo'n kazerne, maar tegelijkertijd moet je die persoon helpen. Es necesario programar ese parque de bomberos, pero al mismo tiempo también tenemos que ayudar a las personas.