French-Dutch translations for insinuer

• alluderen
• een toespeling maken
• insinueren
  Ik vraag mij echter af wat de heer Ferber wilde insinueren. Je me demande toutefois ce que M. Ferber a voulu insinuer.
  Daarmee wil ik niet insinueren dat de Commissie op geen enkel gebied iets heeft gedaan. Pour autant, je ne veux pas insinuer que la Commission n'a rien fait dans aucun domaine.
  Mevrouw de Voorzitter, ik wil hier bestrijden dat de heer Liese, die wij allemaal kennen, iets zou insinueren. Madame la Présidente, je conteste que M. Liese, que nous connaissons tous, insinuerait quelque chose.
• toespelen
• zinspelen

Related words

• insinuation
• insinuant
• s'insinuer