French-Dutch translations for habiller
- kledenIn werkelijkheid komt het neer op het uitkleden van boer Jan om Piet de landschapsbeheerder aan te kleden. En réalité, la modulation revient à déshabiller Paul le paysan pour habiller Pierre le paysagiste. Het voorstel waarover vandaag wordt gestemd is een verdienstelijke poging van de heer Karas om een verkeerde beleidskeuze op een vriendelijke manier aan te kleden. La proposition soumise aujourd'hui à notre approbation est une initiative louable de M. Karas, qui tente d'habiller un choix politique erroné de beaux atours.
- aankledenWe moeten het ene directoraat niet aankleden ten koste van het andere; hierbij denk ik in het bijzonder aan het DG VI. Prenons garde de ne pas déshabiller Pierre pour habiller Paul; et je pense particulièrement à la DG VI.
- omkleden
- staan
- zich kleden
Trending Searches
Popular Dictionaries