Spanish-Dutch translations for familia

familie
Gilad en zijn familie hebben onze hulp nodig. Gilad y su familia necesitan nuestra ayuda. De familie moet bij elkaar blijven. La familia debe permanecer unida. Mijn familie bestond uit boeren en ambachtslieden. Mi familia se dedicaba a la agricultura y el trabajo artesano.
gezin
Er staat met andere woorden "het gezin" en niet "het gezin in al zijn verschijningsvormen" . Se menciona a "la familia" y no a "la familia en sus diversas formas" . Mijn eerste punt betreft het gezin.El primero de ellos es la familia. Het stichten van een gezin mag geen handicap vormen. Las familias no deben ser un obstáculo.

huishouden
Wie kan het iets schelen dat in een derde deel van de huishoudens ter wereld vrouwen de enige kostwinners zijn? ¿A quién le importa que las mujeres sean el único sostén económico de un tercio de las familias del mundo? Om hun winsten te vergroten, hebben ze huishoudens in grote financiële moeilijkheden gebracht. Con la finalidad de aumentar su beneficio, se dirigieron a las familias que padecían grandes dificultades financieras. Uit een rapport van Anti-Slavery International blijkt dat 95 % van de in het huishouden werkzame kinderen meisjes waren. Además, afrontaban malos tratos en forma de palizas de sus empleadores o corrían riesgo de explotación sexual por las familias que los empleaban.
verwanten
Het zijn vaak de gezinsleden en de naaste verwanten van de patiënten die de zwaarste lasten dragen. La mayor carga recae por lo general sobre los familiares de los pacientes y los miembros de la familia. Wij betuigen ook ons medeleven met zijn familie en verwanten en met het Ierse volk. Además, hacemos extensible nuestra condolencia a su familia y parientes y al pueblo irlandés. Deze brengt Israëlische en Palestijnse gezinnen samen die in dit conflict verwanten hebben verloren. Se trata de una organización de familias israelíes y palestinas que han perdido a familiares en el conflicto.

Dictionary