English-Dutch translations for gross

• bruto
  Rond 1 procent van het bruto nationaal inkomen gaat naar de EU. About 1% of gross national income goes to the EU.
  Dat is 0,04 procent van het bruto nationaal product van de Unie. That is 0.04% of this Union's gross national product.
  In Roemenië is het bruto minimumloon ongeveer 160 euro. In Romania, the gross national minimum wage is approximately EUR 160.
• akelig
• gros
• naar
  Rond 1 procent van het bruto nationaal inkomen gaat naar de EU. About 1% of gross national income goes to the EU.
  Beide partijen hebben, naar mijn mening, grove mensenrechtenschendingen begaan. Both sides have, I believe, committed gross violations of human rights.
  Dat zou naar mijn mening van grove nalatigheid getuigen en mag niet gebeuren. In my opinion, to do so would be gross negligence and it must not be allowed to happen.
• walgelijk
  Dit was geen kinderpornografie, maar walgelijk en aanstootgevend sexueel misbruik. This is not child pornography but gross and indecent sexual abuse.

Definition of gross

• , originally a nickname for a big man, from

Related words

• grossly
• engross
• engrossed
• engrossing
• engrosses
• Grosseto
• grossness
• engrossment
• grossing