German-Dutch translations for schikanieren

• pesten
• ambeteren
• beduvelen
• brutaliseren
• chicaneren
• jennen
• lastigvallen
  Waarom blijven wij er onze burgers mee lastigvallen, die er alleen maar hun werk en inkomen door verliezen? Warum verwenden wir ihn weiterhin, um unsere Bürgerinnen und Bürger zu schikanieren, indem wir ihnen ihre Arbeit und ihre Lebensgrundlage nehmen?
  Hoelang tolereert dit Parlement nog dat Britse troepen een deel van een andere lidstaat bezetten en de burgers van die andere lidstaat op deze wijze lastigvallen? Wie lange wird dieses Hohe Haus es tolerieren, dass britische Truppen einen Teil eines anderen Mitgliedstaats besetzt halten und dessen Bürger auf diese Weise schikanieren?
• mierenneuken
• ontgroenen
• plagen
• storen
• treiteren
  Alstublieft, mijnheer Schultz, gedraagt u zich nu niet als de booswicht die een minderheidsfractie wil treiteren, met het risico te worden teruggefloten door het Hof van Justitie in Luxemburg. Herr Schultz, bitte treten Sie nicht als der Böse auf, der eine Minderheitenfraktion schikanieren will und Gefahr läuft, vom Europäischen Gerichtshof in Luxemburg zurechtgewiesen zu werden.
• vervolgen

Related words

• herumschikanieren
• pingelig schikanieren