English-Dutch translations for oneself

• zelf
  Kennis is geen kennis als men die zelf niet leert te produceren en te gebruiken. There is no information without learning how to produce and use it oneself.
  Het is soms gemakkelijker anderen de les te lezen dan zelf resultaten te boeken. It is often easier to tell other people what to do than to produce results oneself.
  De vrijheid om zelf te bepalen welk risico iemand voor zichzelf of voor zijn kinderen acceptabel vindt, is een zeer elementair mensenrecht. Choice about exposure to risk for oneself or for one's children is a very basic human right.
• zichzelf
  Tot slot, weten hoe men zaken moet aanpakken is een kwestie van zichzelf te voorzien van de nodige middelen. To conclude, knowing how to do things is a question of providing oneself with the resources.
  Ze ontneemt zichzelf daardoor het initiatiefrecht dat de Verdragen ons hebben toegekend.It amounts to depriving oneself of the right of initiative which is recognized within the Treaties.
  Cultuur kun je het beste aan zichzelf overlaten en er geen beslag op leggen. One should preferably let culture get on by itself, and one should not try to possess it for oneself.

Definition of oneself

• A person's self: general form of , or

Examples

• Teaching oneself to swim can be dangerous.

Related words

• oneself yourself himself
• hang oneself
• behave (oneself
• wash oneself
• by oneself
• orientate oneself
• familiarize oneself with
• make oneself familiar with
• lower oneself