German-Dutch translations for anrufen

• telefoneren
• opbellen
  U hoeft niets te betalen. U kunt mij ten alle tijden opbellen en niet alleen "s nachts. Sie brauchen gar nichts zu bezahlen, Sie können mich jederzeit anrufen, nicht nur nachts.
  Ik zal daarom de directeur opbellen en vragen of dat verslag niet in een voor de leden van dit Parlement beter verstaanbare taal kan worden opgesteld. Ich werde das dadurch lösen, daß ich den Direktor anrufen und ihn bitten werde, dies für die Abgeordneten des Europäischen Parlaments in eine etwas verständlichere Sprache zu fassen.
• aanroepen
• bellen
  Vrouwen die te maken hebben met geweld kunnen dan dat nummer bellen voor acute hulpverlening. Diese Nummer können Frauen, die Opfer von Gewalt geworden sind, anrufen, um sofortige Hilfe zu erhalten.
  De vraag van Kissinger wie hij moest bellen in Europa, is niet echt beantwoord, of wel soms? Die Frage von Kissinger, wen man in Europa anrufen muss, ist nicht so richtig beantwortet worden, oder?
  Toch, als men vraagt wie de bewoners van het Witte Huis of het Kremlin in de toekomst zullen bellen, zal het antwoord zijn dat zij dezelfde mensen zullen bellen als voorheen. Wenn man jedoch fragt, wen der Bewohner des Weißen Hauses oder des Kremls künftig anrufen wird, lautet die Antwort, sie werden dieselben Personen anrufen, die sie zuvor angerufen haben.
• inroepen
• roepen

Related words

• Anrufer
• Anruferin
• du wirst sie anrufen müssen