German-Dutch translations for leib

• corpus
• kanis
• lichaam
  Ik zou willen besluiten met de woorden: "Eten en drinken houden lichaam en ziel bijeen". Ich möchte schließen mit dem Satz: "Essen und Trinken hält Leib und Seele zusammen."
  De Iraakse soldaten hadden bijna ieder bot in het lichaam van die man gebroken. Die irakischen Soldaten hatten diesem Mann jeden einzelnen Knochen im Leib gebrochen.
  Naar mijn mening moet de Donau het symbool van onze eenheid worden, in plaats van een verstopte slagader in het lichaam van Europa. Die Donau muß ein Symbol für die europäische Einheit werden und darf nicht länger eine blockierte Lebensader im Leib Europas sein.
• lijf
  Hoe kunnen wij gezamenlijk het terrorisme te lijf gaan? Wie können wir dem Terrorismus gemeinsam zu Leibe rücken?
  Laten we in dit besef de verlammende unanimiteitscultuur te lijf gaan. Laßt uns in einem solchen Bewußtsein dem lähmenden Prinzip der Einstimmigkeitsregel zu Leibe rücken.
  De moedersterfte neemt toe; leven in armoede is voor vrouwen immers een groot risico voor lijf en leden. Die Müttersterblichkeit steigt, und es ist auch ein besonderes Risiko für Leib und Leben von Frauen, wenn sie in Armut leben.
• romp
• torso

Synonyms

• Körper

Related words

• verbleiben
• bleiben
• Mutterleib
• zurückbleiben
• Kleiber
• ausbleiben
• bleibe
• ausbleibend
• bleibend