German-Dutch translations for auswählen

• uitkiezen
  Wij zouden verkeerde signalen uitzenden als wij slechts een paar landen uitkiezen. Wir würden falsche Signale aussenden, wenn wir nur bestimmte Staaten auswählen würden.
  Maar we volgen met bijzondere aandacht terreinen die risico's inhouden en die we volgens bepaalde criteria uitkiezen.Aber wir legen ein ganz besonderes Augenmerk auf Risikobereiche, die wir nach bestimmten Kriterien auswählen.
  Als we onze ervaringen delen en de beste oplossingen uitkiezen en met elkaar combineren, zullen we daardoor ongetwijfeld flinke vooruitgang boeken. Wenn wir unsere Erfahrungen austauschen, die besten Lösungen auswählen und sie miteinander kombinieren, können wir sicher sein, große Fortschritte zu erzielen.
• kiezen
  U moet er een, twee of drie kiezen. Sie können einen, zwei oder alle drei auswählen.
  Als wij de controles betalen, moeten we ook de controleurs kiezen. Wenn wir die Kontrollbeauftragten bezahlen, müssen wir sie auch auswählen.
  De consumenten moeten zelf hun eigen producten kunnen kiezen. Sie sollen entscheiden dürfen, was sie auswählen wollen.
• selecteer
  Stel dat je een voetbalteam als vertegenwoordigend elftal ergens heen stuurt, dan selecteer je dat elftal ook niet en bloc. Wenn man schließlich eine Fußballmannschaft aufstellt, die einen repräsentieren soll, würde man die auch nicht en bloc auswählen.

Related words

• Auswahl
• Auswahlaxiom
• auswählend
• auswählbar
• Mehrfachauswahlfrage
• Auswahlschau
• Auswahlmannschaft
• Auswahlbox
• Auswahlknopf