German-Dutch translations for einsparen

besparen
Wat denken de lidstaten op deze wijze te besparen? Was wollen die Mitgliedstaaten damit einsparen? Men kan daar buitengewoon veel energie alsnog besparen. Man kann dort noch außergewöhnlich viel Energie einsparen. Op die manier kan men zich een nieuwe instantie en de nodige belastingmiddelen besparen. Auf diese Weise könnte man eine Behörde und damit erhebliche Steuermittel einsparen.
bezuinigen
Waarop moet Zweden dan bezuinigen? Wo soll Schweden also einsparen? We moeten echter op de kosten bezuinigen, dat is absoluut duidelijk. Wir müssen jedoch Kosten einsparen; daran gibt es keinen Zweifel. Het is onze taak om te kijken waar we concreet op kunnen bezuinigen. Unsere Aufgabe ist, zu schauen, wo wir konkret Gelder einsparen können.